‘Een groeiende groep zzp-ers’, ‘de demonstranten’, ‘de generatie babyboomers’. Vaak worden ‘we’ nogal eens aangesproken als behorende tot een groep. Terwijl iedereen toch een individu is. In een samenleving waarin individuen worden opgeroepen hun verstand of gevoel te volgen. Als groep, dat dan weer wel. Afgelopen week werd voor mij helder dat ik vaak geen onderdeel wíl zijn van een groep. En dat had consequenties.
De groep: zij
Gaat iets goed op je werk, dan wordt ‘de groep’ meestal geprezen. Waar iets verkeerd gaat wordt vaak een individu aangesproken. Er zijn mensen met Covid-19 (daar wil je niet bij horen), maar een groep patiënten die hersteld is van Corona (zij die het gered hebben). Hoe vaak praat jij in algemeenheden over mensen? Ik roep bijvoorbeeld vaak dat ‘oude mensen’ minder goed auto kunnen rijden. Dat is natuurlijk stigmatiserend en ik ken niet alle ouderen, dus mag ik zo’n oordeel niet eens vellen.
Wat wil ik?
Als zelfstandig ondernemer, waar ik geheel uit vrije wil voor koos acht jaar geleden, behoor ik tegen wil en dank toch tot een groep. Namelijk die van de zzp-ers in Nederland. In het nieuws hoor ik regelmatig dat ‘we’ van alles vinden over de manier waarop wij kunnen en mogen werken en of er regelingen voor ons moeten zijn en of we teveel of te weinig belasting betalen en we ons extra moeten verzekeren. Natuurlijk kan ik mezelf een stem geven, door me aan te sluiten bij een vereniging, om te laten horen wat ik vind. Dat vind ik lastig, want eigenlijk wil ik niet in een groep. Dus moet ik accepteren dat ik misschien niet krijg wat ik wil.
Gepest
In mijn tijd op mijn eerste basisschool wilde ik juist dolgraag in een groep. Ik was alleen veel groter dan de rest, niet verlegen durfde het ook nog eens te zeggen als ik het ergens niet mee eens was. Dan hoor je niet bij de groep. Dus stond ik vaak alleen in de pauzes en werd ik uitgelachen. Ik hoorde er niet bij.
Toen ik na een verhuizing op een andere school kwam, mocht ik wel in de groep. Die van de leukste meisjes nog wel. Toch was mijn lidmaatschap fragiel, want het toen populairste meisje uit de klas kon zomaar bepalen dat ik er die dag niet bij zou horen. En dan stond ik weer buiten de groep.
In of uit de groep?
Mijn leven is een afwisseling van in en buiten groepen staan. Eerder schreef ik al dat ik als Modern Werkende mij niet tot één groep wil beperken. Buiten een groep voel ik me vaak buitengesloten, terwijl ik in een groep eigenlijk ook niet op mijn plek was, want het kon zomaar voorbij zijn. En hoorde ik er dan eigenlijk wel bij?
Opleiding in groepsverband
Vorig jaar startte ik met een groepsopleiding. De groep bestond uit 25 mensen en werd begeleid door een aantal vaste docenten en assistenten. Elke keer als ik naar de opleiding ging voelde ik enorm veel weerstand. Alles in mij schreeuwde dat ik niet wilde. Maar, ik had grote plannen, verwachtte veel te leren en dat nare gevoel zou wel overgaan. Tijdens de opleidingsdagen werd ik vaak heen en weer geslingerd tussen hoop en vrees. Altijd startte ik buiten de groep, vanuit een gevoel van ‘ik hoor hier niet bij’, maar ik moet en zal dit doen. Soms lukt het me heel even gedurende die dagen in de groep te zijn. Maar na afloop rende ik altijd snel naar buiten, blij weer op eigen benen te mogen staan.
Ik wil dit niet!
Deze week zou ik na een lange onderbreking de draad van de opleiding weer oppakken. Vorige week ontstond in mij een gigantische worsteling. IK WIL NIET! Schreeuwde mijn gevoel. Met mijn verstand verzon ik van alles om mijn groeiende onrust het zwijgen op te leggen. Wat ik ook probeerde, het lukte me niet langer mijn innerlijke stem te negeren.
Ik geloof in een balans tussen intuïtie en ratio, dus ik nam de tijd om echt te voelen wat er in mijn leefde en ik was verrast. Mijn weerstand ging niet over het toepassen van alles wat ik leer in de opleiding. Maar de vorm, les krijgen in een groep was mijn struikelblok.
Er zijn mensen die deze opleiding zijn gaan doen en een gevoel van thuiskomen ervaren. Daarnaar heb ik ook verlangd, maar het nooit gevonden. Ik die zo graag wilde leren luisteren naar de signalen van mijn lichaam, dreigde juist ten onder te gaan door mijn hoofd dat zoveel eiste.
Maandag besloot ik mezelf niet langer te forceren en de groep te verlaten. Ik hoef niet in een groep. Ik ben zzp-er, vrouw, moeder, vriendin, maar geen groepslid. Werken voor verschillende opdrachtgevers vind ik nog altijd fantastisch. Meestal voel ik me onderdeel van de organisatie op de momenten dat ik voor hen aan het werk ben. Mijn sociale leven is zeker niet saai. De ene keer heb ik één op één momenten en soms ben ik met wat meer mensen samen. Ik ben zelfs heus lid van een aantal Whatsappgroepjes, toch blijf ik een individu.
Blij buiten de groep
Natuurlijk ben ik niet tegen een groep, of mensen in groepen. Waarschijnlijk behoor ik tot mijn eigen ‘gang’, me, myself and I. Grote kans dat mijn levenservaringen, karakter en bijbehorende patronen bepalend zijn voor het feit dat het concept groep voor mij aantrekkingskracht verloor. Met veel lieve mensen om me heen prijs ik me gelukkig. Zij noemen me zorgzaam en sociaal (dat ben ik ook). Toch ben ik ook best graag alleen. Dus noem ik mezelf vanaf nu een blij buitenbeentje.