Steeds meer mensen werken flexibel, als zelfstandige, freelancer of gedetacheerd bij diverse organisaties. In een sector als de bouw is het vast dienstverband verleden tijd. Hier zorgen de omstandigheden ervoor dat mensen vaak voor een korte periode bij een organisatie werken. Korte contracten en flexibele inhuur bieden voordelen voor zowel werkgever als werknemer.
In deze nieuwe vormen van organiseren vinden we zelfstandigheid en zelfredzaamheid steeds vaker terug, soms uit keuze, regelmatig uit noodzaak. Dat betekent dat het begrip groep (alle medewerkers samen) verandert.
Op Wikipedia is de sociologische uitleg voor een groep als volgt:
“Een groep is een verzameling van twee of meer personen die met elkaar omgaan. Dit kan zijn omdat zij zich met elkaar identificeren of omdat zij een gezamenlijk doel hebben. Vaak zal er sprake zijn van een sociale identiteit, het bewustzijn van een persoon tot een bepaalde groep te behoren en door anderen als zodanig behandeld te worden.”
Veranderende groep
In een groep gaat het dus om de mate waarin mensen zich met elkaar kunnen identificeren en een gezamenlijk doel nastreven. (Teambuilding)uitjes, trainingen, Management Drives sessies en wat al niet meer, zijn het levende bewijs dat het vormen van een groep binnen organisaties nog altijd gewenst is. En vaker zelfs noodzaak lijkt voor het al dan niet succesvol zijn.
Nu kiezen organisaties steeds vaker voor medewerkers in een flexibele schil; tijdelijke krachten, zzp-ers die hen komen ondersteunen met uiteenlopende vraagstukken. Dat is begrijpelijk vanuit financieel en efficiency oogpunt. Wat gebeurt er dan met het fenomeen groep?
In mijn omgeving hoor ik van veel zelfstandigen dat ze geen onderdeel willen worden van een organisatie. Begrijpelijk. Zij zijn, net als ik, veelal consultants en willen als tijdelijke prikkel in een organisatie duurzame veranderingen ondersteunen. Zij hebben en zoeken geen directe afhankelijkheid van de organisatie zoals een medewerker die wel heeft.
Sterker nog, veel medewerkers zien het inleveren van een deel van hun zelfstandigheid als onderdeel van het uit handen geven van de zorg voor henzelf. Nog altijd kiezen zij voor deze (schijn)zekerheid en werken in ruil voor het vangnet van een werkgever.
Het Collectief, de nieuwe groep
Zelfstandigen bundelen steeds vaker hun krachten. In diverse netwerkgroepen waarin zij elkaar helpen en (mentaal) ondersteunen. In een collectief waarin samenwerken verder gaat en zij kennis en kunde delen en een gezamenlijk doel nastreven. Net als je zou verwachten binnen een organisatie. Mooi verwoord vind ik de werking van een collectief in een uitspraak die ik onlangs op een bijeenkomst hoorde: ‘Een collectief daar kun je van weglopen, als het je niet raakt of wanneer het de leden onderling niet verbindt.’
Verbinding en bezieling
Ik ken veel mensen die niet langer uitsluitend op zoek zijn naar zekerheid. Of je nu spreekt van een collectief, een groep of een organisatie, verbinding en bezieling lijken de waarden van deze tijd. We willen zelf kiezen tot welke groep we wanneer willen behoren en of die groep de toegevoegde waarde voor onze persoonlijke ontwikkeling ondersteunt. Dat klinkt klinisch, maar is dat zeker niet. Het maakt van ons mensen op een trektocht. We reizen dan met de ene en dan met de andere groep mee. Ieder met een eigen route, maar allemaal met hetzelfde doel, de zon.