De Zuidas – echte verhalen achter glas

geplaatst in: Blogs, Verhalen | 0

De Amsterdamse Zuidas – ik rij er gemiddeld een keer per week langs over de A10. Elke keer ben ik blij dat ik niet in zo’n glazen kolos werk. Toch ben ik ook nieuwsgierig naar de echte verhalen van de mensen die daar wel voor kiezen.

Kantoren vol bureaus

Al jaren groeit het aantal kantoorpanden op de Amsterdamse Zuidas gestaag. Architecten bouwen bijzondere, spectaculaire Nederlandse wolkenkrabbers. Niet zo hoog als in Azië, maar toch zijn ze enorm. Voor mij hebben ze geen van allen aantrekkingskracht. Ik zie veel glazen raampartijen met daarachter kantoren vol bureaus. Afhankelijk van het tijdstip waarop ik langs rij, zie ik niets dan geblindeerde ramen. Als het donker is, kan ik naar binnen kijken. En dan zie op allerlei uren van de dag mensen aan het werk. Colberts die klaar hangen om snel aangetrokken te worden, wanneer voor een belangrijke meeting de dresscode ‘zakelijk’ geldt. Met 100 km/u kan ik niet zien of er ook persoonlijke items in de verschillende ruimtes te vinden zijn, maar ik betwijfel het. Het zijn voor mij koude, zakelijke omgevingen, waar medewerkers ‘s ochtends vroeg naar binnen marcheren en ‘s avonds uitgeput het pand weer verlaten.

Wie zijn toch die mensen?

Toch moeten er achter die ontelbare ramen net zoveel verhalen schuil gaan. Verhalen van mensen die naast hun carrière een leven hebben. Die keuzes maakten voor hun opleiding, de plek waar ze willen wonen en waarschijnlijk bewust kozen om hier dagelijks aan te schuiven.

Ik vermoed dat het veelal mensen van een jongere generatie zijn. Zo van halverwege de twintig, tot eind dertig. Zij willen hun opleiding te gelde maken. Misschien zelfs aanzien krijgen van hun familie en vrienden, vanwege hun keuze om bij grote corporate X of Y aan de slag te gaan. Sparen voor die sabbatical, een gezinswoning in het onbetaalbaar geworden Amsterdam of omliggende plaatsen. Voor vast aanzienlijke bedragen verkopen zij elke week minimaal 40 uur van hun leven. Om zo dure pakken aan te kunnen schaffen, waarmee zij goed voor dag komen en zo hun gewenst imago kracht bijzetten.

Lunchpauze

Wat doen ze in hun lunchpauze? Hebben ze daar wel tijd voor? Eten ze achter hun bureau, of gaan ze dan wandelen? Waar de wind tussen de hoge torens hun jasjes doet opwaaien en hun haren uit model brengt? Of doen ze zich tegoed aan een verantwoorde salade in het bedrijfsrestaurant of eten ze sushi of een biefstuk in een van de vele restaurants die er op deze plek ook te vinden zijn? Een enkeling zal wellicht gebruikmaken van de gym. Van de eigen organisatie, die gezonde medewerkers belangrijk vindt. Of gaan ze naar dat grote fitnesscentrum dat hier ook klandizie heeft?

De Zuidas – hoe erg is het?

Het voelt voor mij zo treurig, maar misschien is dat alleen maar omdat de Zuidas alles vertegenwoordigt wat ik nooit zou willen. Elke dag op een vast tijdstip de deur uit, met de trein of de metro naar kantoor. Of erger, aansluiten in de file, dat ene plekje bemachtigen in de parkeergarage dat ervoor zorgt dat je ‘s avonds snel naar buiten kunt rijden. Niet weten wanneer je klaar bent met werken. Weinig groen om je heen, en door een airco of topkoeling je volledig onbewust van het weer of de temperatuur buiten.

Work hard – no time for playing

Keihard werken, waarschijnlijk voor een lekker salaris dus. Maar weinig vrije tijd, en waar de druk om te presteren vast hoog is. Zijn dit mensen die nu alles wat het leven mooi maakt van maandag tot en met vrijdag voor een paar jaar laten varen? Die straks weliswaar die multinationaal op hun CV kunnen zetten, maar evengoed ten prooi vallen aan een burnout?

Mag het licht uit?

Om eerlijk te zijn, ik weet het niet. Omdat ik van echte verhalen hou, fantaseer ik over de levens van deze mensen. Misschien zie ik het te somber in. Mogelijk zijn ze daar echt gelukkig. Halen ze simpelweg hun energie en voldoening uit andere zaken dan ik. Toch twijfel ik. Zeker als ik een keer ‘s avonds laat langs rij en nog zoveel lichten zie branden. ‘Zijn jullie nu nog aan het werk?’ vraag ik me dan af. En ik denk ook: ‘Mag het licht uit?!’. Daarover kun je binnenkort ook een blog lezen.