Een paar weken terug kon je het eerste deel van mijn feuilleton: De carrièrevrouw lezen. De carrièrevrouw werkt hard. Naast haar drukke baan heeft ze een man Tom en twee kinderen. Mathijs van 15 en Doortje van 13. Tijd om stil te staan gunt ze zichzelf niet. Haar werk gaat voor alles, zo doet ze dat al jaren. Toen ze halverwege de twintig was verloor zij plotseling haar toenmalige vriend Ray. Zijn overlijden stopte ze diep weg en ze ging door met haar leven. Door een lunch met haar voormalig schoonzusje Lotte beseft ze steeds vaker dat ze wel moe is. Nu vraagt ze zichzelf weleens af of ze meer carrièrevrouw dan vrouw of moeder is geworden. Vandaag deel II
De drukke carrièrevrouw
Maandag, 18.30 uur. Door de grote druppels die gestaag op haar voorruit vallen ziet ze alleen de contouren van de achterlichten van de auto voor haar. De ruitenwissers gaan onophoudelijk heen en weer. De carrièrevrouw rijdt na een lange werkdag naar huis. Vanmorgen stapte zij al voor Tom en de kinderen wakker werden in de auto. Ze stuurde hen alle drie een Whatsappje. Haar kinderen Mathijs en Doortje maande ze hun huiswerk te maken en haar man herinnerde ze aan zijn afspraak bij de tandarts. Op de koelkast plakte ze nog snel een briefje met de instructies voor het avondeten. Want, zoals zo vaak, zou ze vandaag weer laat thuis zijn.
Ik red me wel
De dag was begonnen met een presentatie bij een klant. De carrièrevrouw had vandaag alleen moeten fixen. Haar collega Annabel had op het laatste moment afgezegd. Gehuil was het eerste dat ze hoorde toen Annabel haar belde. Met lichte ergernis luisterde ze naar haar relaas over haar drukke peuter, zwangerschapsmisselijkheid en zieke schoonmoeder. Door dat laatste had ze nu geen oppas. De carrièrevrouw had zo luchtig mogelijk gereageerd en haar collega verzekerd dat zij zich wel zou redden. ‘Ciao bella’, riep ze nog net voordat ze de verbinding verbrak.
Lekke band
Nu op de terugweg naar huis, weer eens in een lange file, was ze diep in gedachten verzonken. Ze registreerde nauwelijks hoe hard ze hard ze in haar stuur kneep. Voelde niet werkelijk de plekken waar haar lijf pijn deed van het continu aanspannen van haar spieren. Haar ademhaling was oppervlakkig. Het enige dat de carrièrevrouw opmerkte was een soort leegte. Achter haar toeterde een auto, de rij voor haar trok langzaam weer op. Het geluid bracht haar terug in het hier en nu. Ze gaf gas en reed langzaam richting de afrit. Nu had ze nog een flink stuk provinciale weg voor de boeg. Na een paar minuten hoorde ze gebonk bij haar rechter achterwiel. Een lekke band, ook dat nog.
Wachten
Ze reed nog een klein stukje door en draaide het terrein van een wegrestaurant op. Eerste belde de carrièrevrouw met Tom. Net voordat ze de verbinding wilde verbreken nam hij op. Ze hoorde haar zoon en dochter op de achtergrond kibbelen. Tom kon haar niet komen helpen, hij moest over een half uur met haar zoon op de voetbaltraining zijn. Hij zuchtte. Op de achtergrond riep Doortje: ‘Ma-aaammm, ik heb geen zin om wéér alleen thuis te zitten hoor!!’ Boosheid, schuldgevoel en frustratie vochten om voorrang. ‘Ik bel de wegenwacht wel’ zei ze. En duimde dat ze niet al te lang hoefde te wachten.
Saai broodje kaas
Het zou nog wel een uur kunnen duren, vertelt de man van de wegenwacht die haar te woord staat. Er waren veel pechgevallen. Grr, zo irritant, nu zou ze vanavond niet veel meer kunnen doen! Ze moet plassen en haast zich door de regen naar binnen het restaurant in. Wat haar meteen opvalt is de stilte. In het bijna lege restaurant ziet ze een bejaard stel zwijgend eten. Een paar truckers achter hun maaltijd is verdiept in hun telefoons. In de verste hoek zit een vrouw op leeftijd. Ze leest een boek en ziet er ontspannen uit. Na het toiletbezoek laat de carrièrevrouw zich met een kop koffie en een saai broodje kaas op een stoel aan een van de tafeltjes zakken.
Frustraties
Honger heeft ze niet eens. Wel wil ze naar naar huis, baalt dat de dag zo eindigt en hoort de beschuldigende woorden van Doortje steeds opnieuw in haar hoofd. Met een slok koffie probeert ze een brok die opwelt in haar keel in te slikken. Ineens heeft ze zin om te gillen of iets stuk te gooien. Haar handen ballen tot vuisten, ze perst haar lippen op elkaar, knijpt haar ogen samen en ademt onrustig. De carrièrevrouw voelt een blik op haar gericht. Ze kijkt op en vangt de starende blik van de oudere dame. Haar witte halflange haar glanst onder de lamp die boven de tafel hangt. Met een zachte blik in haar ogen vrouw glimlacht de vrouw naar haar. Aarzelend glimlacht de carrièrevrouw terug.
Wacht je op iemand?
Het bejaarde stel schuifelt tussen hen door naar de uitgang, snel pakt ze haar tas van de grond. Zodat de man en vrouw kunnen passeren. De man knikt haar als dank kort toe, terwijl hij zijn vrouw steun biedt bij het lopen. De carrièrevrouw kijkt hen na. Als ze haar hoofd omdraait, staat de vrouw voor haar. ‘Ik ben Simone’ zegt ze. ‘Vind je het goed dat ik even bij je kom zitten?’ Enigszins overvallen stamelt de carrièrevrouw: ‘Eh, ja, ik denk het.’ ‘Wacht je op iemand?’, vraagt Simone. ‘Ja, de wegenwacht, lekke band’, antwoordt de carrièrevrouw. Simone knikt.
Vragen
Simone stelt nog veel meer vragen. Ze vraagt haar naar haar werk en naar haar gezin. Zonder schroom geeft de carrièrevrouw op al haar vragen antwoord. Dan, zomaar, vertelt ze Simone, de vrouw die ze nog maar net kent, geheel tegen haar gewoonte in, alles over Ray. Over zijn overlijden, over hoe ze de draad destijds weer oppakte en hoe belangrijk haar werk daarin was. Simone luistert alleen maar. Laat de carrièrevrouw zonder haar te onderbreken haar verhaal doen. Nu is het stil aan het tafeltje. Beide vrouwen lijken in gedachten verzonken. Na een paar minuten legt Simone haar hand op die van de carrièrevrouw. Hetzelfde gebaar als haar schoonzusje Lotte had gebruikt. Simone kijkt haar diep in de ogen en zegt: “Je weet niet wie ik ben, maar ik ben een van de vrouwen die ervoor zorgden dat jij nu fulltime kunt werken. Zodat jij je leven als moeder en vrouw kunt combineren met een carrière. En lieve schat, ik schrik over wat je me vertelt over je leven. Want zo hadden wij het niet bedoeld.”
Wordt vervolgd…