Het is maandag, je werkweek begint weer: je hebt een volle agenda en een druk leven. Veel mensen gaan maar door, elke dag weer, ook ik ken dat. Vaak staan we alleen tijdens een vakantie even bewust stil, om je af te vragen of de weg waarop je zit de juiste is. Na afloop van zo’n periode hoor ik regelmatig van mensen de behoefte een switch te maken. Meestal blijft dat bij mooie ideeën. De veranderingen in je hoofd zijn te groot of hebben te veel impact op je huidige zekerheden. Toch kun wel degelijk iets veranderen in je leven, door jezelf regelmatig de vraag te stellen: Kan ik door?
Kan ik door: na de maandagochtend stand-up
Veel teams hebben maandagochtend een stand-up. Je deelt waar je mee bezig was de afgelopen week, hoe het staat met je projecten en wat je de komende week gaat doen. Allemaal erg praktisch. Wat doe jij tijdens de rondvraag? Houd je je mond omdat je snel aan de slag wilt omdat je doelen voor deze week al ambitieus genoeg zijn? Of deel je je zorgen of vragen en zeg je: ik kan niet door.
Kan ik door: met het maken van een voorstel
Samen met je collega had je een afspraak met een potentieel nieuwe klant. Na afloop verdelen jullie de taken om binnen de afgesproken tijd een voorstel te sturen. Ga je meteen aan de slag? Of zeg je: ik kan niet door. Omdat de taakverdeling je niet past, of omdat je nog best veel vragen hebt, die je met je collega wil delen voordat je samen het best mogelijke voorstel kunt schrijven?
Kan ik door: met die opmerking van je leidinggevende
Je komt terug van je lunchpauze, je had even behoefte alleen te zijn en maakte een wandeling. Op kantoor is je leidinggevende druk in gesprek met collega’s uit je team. Een opmerking over jouw afwezigheid het afgelopen half uur schiet je in het verkeerde keelgat. Je slikt en zucht een keer diep. Probeert het van je af te laten glijden. Maar de rest van je werkdag heb je moeite je te concentreren. Want het zit je dwars. Toch ging je door, terwijl je dat niet kon.
Eerlijk zijn naar jezelf
Zomaar een paar situaties in je werkende leven, waarin je je vandaag, morgen of op een ander moment deze week kunt bevinden. Momenten waarop je jezelf had kunnen afvragen: kan ik door? Als je eerlijk bent naar jezelf had je die vraag waarschijnlijk met ‘nee’ beantwoordt. Vaak doe je niets met zo’n nee, en slaat je gevoel naar binnen, het mag er niet zijn. Het blijft natuurlijk wel onderhuids broeden en je uit het pas in je auto, toeterend naar andere automobilisten; een boze blik naar een klant die voordringt in de supermarkt of thuis naar je partner of je kinderen die drukker zijn dan jij kunt handelen.
15 Minuten-regel
Hoe de ‘kan ik door’ vraag in de praktijk kan werken, illustreert het volgende voorbeeld. Bij een van mijn klanten geldt de afspraak dat wanneer je langer dan 15 minuten met iets bezig bent en je komt er niet uit, je hulp vraagt aan iemand anders. En wanneer jij iemand al een kwartier ziet worstelen, hoort zuchten of zelfs schelden, biedt je zelf hulp aan. Daarmee zeg je dus, of: ik kan niet door, wil je me helpen? of: volgens mij kan je niet door, kan ik je helpen? Het zorgt ervoor dat je uit je situatie kunt stappen en iets kunt doen om te zorgen dat jezelf of je collega weer door kan.
Kan ik door?
Door jezelf deze vraag regelmatig te stellen zorg je, zowel zakelijk als privé, voor meer rust in je dag. Niet alleen nare dingen krijgen zo ruimte, ook positieve dingen. Want wellicht kan je niet door voordat je gemeld hebt dat je zó blij bent met de aankoop van je nieuwe huis, of om je collega te bedanken voor de samenwerking of de hulp van afgelopen week. Ik zie het vooral als een moment om te vertragen. Net zoals ik mijn telefoon pak ter ontspanning tijdens een pauze, of een praatje maak met een collega, is de ‘kan ik door’ vraag dus een gezonde. Als mijn antwoord, om wat voor reden dan ook, nee, is kan ik goed voor mezelf zorgen door daar uiting aan te geven.
Kan jij door?
Wat mij betreft komt er ook in jouw organisatie een extra punt op de agenda van elke vergadering: Kan je door? En neem even de tijd, als wie dan ook ‘nee’ antwoordt, om aandacht aan die nee te besteden. En sluit altijd af met de vraag: kun je nu wel door?