In 2007 ging ik aan de slag bij een softwarebedrijf. Sindsdien verwonder ik me graag over de vooruitgang die technologie ons brengt. Daarnaast ben ik ook adept van diverse 21e eeuwse techtools. Op de vooravond van een nieuw decennium wil ik hier eens een kanttekening bij plaatsen. Technologie maakt voor mij lang niet alles beter. Sterker nog, soms erger ik me groen en geel aan apparaten in en om huis die beloven me het leven makkelijker te maken, maar juist het tegenovergestelde doen.
Technologie ergernis nummer één
Mijn grootste ergernis als het gaat om technologie thuis is de wasmachine. Sommigen hebben er tegenwoordig eentje die ze vanaf de fiets, hun werk of vakantieadres kunnen aanzetten (waarom?!). Vroeger had ik er zelf ook eentje waar mijn oma bij zweerde en ik begrijp waarom, waarvan er geen betere is. Ik wist altijd hoe lang een gekozen programma zou duren. Aan die van mij zat een ouderwetse draaiknop. Zo wist ik altijd hoe ver de machine onderweg was. Gelokt door termen als ‘sixth sense’, ‘silent drive’, en toegegeven een lagere prijs switchte ik een aantal jaren terug naar een ander merk. Tot mijn grote spijt, tot op de dag van vandaag.
Centrifugeer gewoon!
Want sixth sense technologie betekent dat de machine zelf nagaat hoeveel was er in de trommel zit en hoe die het handigste te verdelen. Maar van bijvoorbeeld een wolwas met een paar truien raakt ie van slag. Negen van de tien keer moet ik dan, (na het verbaal uiten van mijn frustratie, want kletsnatte was aanraken vind ik afschuwelijk), de centrifuge nogmaals aanzetten, in de hoop dat het dit keer wel goed gaat. Tuurlijk, ik kan langer wachten tot de machine voller zit, maar een mens heeft soms gewoon niet meer dan drie truien tegelijk te wassen.
Hoe lang nog?!
Diezelfde technologie zorgt ervoor dat de tijdsduur van een programma van 1 uur en 43 minuten een volkomen nutteloos gegeven is. Want de ene keer duurt het namelijk slechts 1 uur en 30 minuten voordat de machine eindeloos blijft piepen in mijn washok op zolder, ten teken dat de klus geklaard is. De andere keer, uiteraard juist als ik de deur uit móet en hoopte daarvoor nog dat ene wasje te kunnen doen, duurt het twee en een half uur, of langer, of korter voordat de machine vindt dat het genoeg is. Ondertussen geeft het digitale scherm continu aan dat het nog 1 minuut gaat duren. Me-ga frustrerend!
Minstens zo vervelend: onze oven
Van dezelfde fabrikant kochten we dit jaar een oven. Ik weet het, ik weet het, ik had beter moeten weten, maar toch. Een 4d oven zo werd ons verteld, ik was onder de indruk. Maar ik mis nog elke dag de Gemini ‘semi-industriële oven’ uit mijn vorige huis. Nu worden zoete aardappels nooit meer krokante gezonde frietjes, of ik nu de 4d, 3d of ecostand kies. Blijkbaar moet ik toch een keer een zondagmiddag opofferen om de hele gebruiksaanwijzing door te ploeteren, maar echt veel vertrouwen of zin heb ik daar niet in. Zoals gezegd, mijn Gemini-oven deed het altijd. Net als de gasoven in mijn ouderlijk huis trouwens. Tuurlijk, ik weet het, we moeten van het gas af. Wij zijn allang om op inductie, maar als ik eerlijk ben blijft het behelpen in vergelijking met gas. En die ouderwetse gasoven gaf me nooit frustraties. Die zette ik aan en ik hoefde er niet aan te denken om, wanneer ik controleerde of mijn cake al gaar was, nogmaals op het startknopje te drukken. Want vergeet ik dat nu, dan vergeet de oven ook zijn hitte en gebeurt er niets meer met mijn baksel. En al druk ik wel op start dan had het bij dit programma weer niet gemoeten en bij dat programma dan weer wel. Arggghhhh. Om gek van te worden!
Slimme technologie?
En zo kan ik nog wel even doorgaan met mijn ergernissen over huis-tuin-en keuken-technologie. Zoals de inductieplaat die van één druppel water op het bedieningsgedeelte al in paniek raakt, vervolgens vertwijfeld hard begint te piepen omdat ie niet weet of iemand hem met een vinger beroerde of dat er iets anders aan de hand is en zichzelf dan van ellende maar uit zet. Slimme technologie? Ammehoela!
Lees eens een boek
Of neem de televisie, in combinatie met zo’n ‘slimme’ box. Het duurt ik weet niet hoe lang voor ie is opgestart en we tv kunnen kijken. De Apple tv dan maar? Daarop loopt de Netflix-app zo snel vol dat ik voor het zoeken de voorkeur geef aan mijn laptop. Ik kijk sowieso liever film op mijn laptop, maar ja, dat is weer niet zo gezellig voor mijn huisgenoten. Toch weiger ik zo’n enorme televisie in huis te halen, ik vind het een lelijk meubelstuk en daarnaast wil ik onze kinderen juist meegeven dat je niet dood gaat van een boek lezen. Hun smartphones zijn na het avondeten dan ook verboden terrein, hun puberbrein krijgt al straling genoeg.
Wat bracht het afgelopen decennium?
In de kranten stond het de afgelopen weken bol van artikelen over de jaren ‘10, die nu echt bijna voorbij zijn. Het beeld dat technologie steeds meer kan en steeds meer in ons leven overneemt komt daarin duidelijk naar voren. Zoals gezegd ben ik benieuwd waar die technologie ons brengt. Hoe we ziektes beter kunnen genezen of door meer kennis gezonder gaan leven of het klimaat kunnen redden. We willen de wereld graag doorgeven aan onze kinderen, dus leef ik bewuster dan tien jaar geleden. Ik douche korter; pak vaker de fiets of de trein; eet veel minder vlees en ik denk na bij het boodschappen doen en het gebruik van energie.
Gebruiksvriendelijkheid
Veel technologie vind ik echt een vooruitgang, maar ik zou het fijn vinden als fabrikanten wel goed na blijven denken over gebruiksvriendelijkheid. Kijk nog eens naar die ouderwetse huishoudelijke apparaten en hun bediening. Ga ervan uit dat mensen zelf willen blijven nadenken. Ik wil inzicht hebben, of in elk geval de illusie van controle hebben. Want ja, ik ben best een beetje bang te veranderen in iemand die tegen de mensen om zich heen verzucht: ‘Vroeger, toen was alles beter!’